Ingrediënten voor 8 bonbons
- 1 vastkokende aardappel van 150 g
- 1 sjalotje
- 1 grote augurk
- 2 el mayonaise
- 160 g (2 porties) carpaccio
Voor de garnering:
- 2 el geraspte Parmezaanse kaas
- 4 el pijnboompitten
- 1 el mayonaise
- 1 tl truffeltapenade
- 8 kleine basilicumblaadjes
Voor de basilicumolie:
- ½ bos basilicum
- 50 ml olijfolie
Bereiding
1. Verwarm voor de garnering de oven voor op 180 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier. Schep met voldoende tussenruimte 4 halve eetlepels geraspte Parmezaanse kaas op het bakpapier en laat in ca. 10 minuten in de oven smelten. Verhit intussen een koekenpan en rooster hierin de pijnboompitten. Haal de bakplaat uit de oven en laat afkoelen zodat je parmezaankrokantjes krijgt.
2. Pluk voor de basilicumolie de blaadjes van de basilicum en draai fijn in de blender. Schenk er langzaam de olijfolie bij en wrijf door een zeef. Doe de basilicumolie in een schoon flesje.
3. Breng voor de bonbon een pan met een laagje lichtgezouten water aan de kook. Schil intussen de aardappel en snijd in blokjes van 5 mm. Voeg de aardappelblokjes toe en kook ze in ca. 3 minuten beetgaar. Giet af en laat de aardappelblokjes afkoelen. Pel intussen het sjalotje en snipper het heel fijn. Snijd de augurk in blokjes van 5 mm. Meng de aardappel, sjalot en augurk met de mayonaise. Breng op smaak met peper en zout. Haal de carpaccio uit de diepvries en laat ontdooien.
4. Leg 3-4 plakjes carpaccio half overlappend in een cirkel op elkaar. Schep met een ijsbolletjesschep (Ø 3,5 cm) een bolletje in het midden van de carpaccio en vouw de carpaccio er overheen. Maak op dezelfde manier nog 7 bonbons.
5. Meng voor de garnering de mayonaise met de truffeltapenade en breek de parmezaankrokantjes doormidden. Leg de carpacciobonbons op een serveerplank. Schep op elke bonbon wat van de truffelmayonaise en garneer met een parmezaankrokantje en een blaadje basilicum. Strooi de geroosterde pijnboompitten rondom en sprenkel er wat basilicumolie omheen.